Tag | Value |
---|---|
file | Probability_uva-sample-space-1015-nl_uva-sample-space-1015-nl |
name | uva-sample-space-1015-nl |
section | Probability/Elementary Probability/Sample Space |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, FALSE, TRUE |
Type | Conceptual |
Language | Dutch |
Level | Statistical Literacy |
IRT-Difficulty | 1.515 |
p-value | 0.8592 |
Gooi je tegelijkertijd twee zuivere dobbelstenen op dan zijn er 36
mogelijke uitkomsten. Definieer de gebeurtenis A als: de som van het
aantal ogen is groter dan 6, en B als: de som van het aantal ogen is
kleiner dan 6. Welke uitspraak hieronder klopt?
I. Bij gebeurtenis A horen 18 uitkomsten.
II. Bij gebeurtenis B horen ook 18 uitkomsten.