Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileProbability_uva-random-variables-1315-nl_uva-random-variables-1315-nl
    nameuva-random-variables-1315-nl
    sectionProbability/Elementary Probability/Random variables
    typeschoice
    solutionTRUE, FALSE, FALSE, FALSE
    TypeConceptual
    LanguageDutch
    LevelStatistical Literacy
    IRT-Difficulty-1.611
    p-value0.9572

    Question

    Veronderstel dat we een kansexperiment met een massaproductie van gloeilampen doen. We nemen een steekproef van 120 stuks. Definieer twee toevalsvariabelen: X is het aantal lampen dat defect is, en Y is de brandtijd per lamp. Welke toevalsvariabele in dit kansexperiment is een discrete variabele?


    1. TRUE: X is een discrete variabele.
    2. FALSE: Y is een discrete variabele.
    3. FALSE: X en Y zijn allebei discrete variabelen.
    4. FALSE: X en Y zijn allebei geen discrete variabelen.

    1. X is een discrete variabele.: Correct
    2. Y is een discrete variabele.: Incorrect
    3. X en Y zijn allebei discrete variabelen.: Incorrect
    4. X en Y zijn allebei geen discrete variabelen.: Incorrect