Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileProbability_uva-random-variables-1301-nl_uva-random-variables-1301-nl
    nameuva-random-variables-1301-nl
    sectionProbability/Elementary Probability/Random variables
    typeschoice
    solutionTRUE, FALSE, FALSE, FALSE, FALSE
    TypeConceptual
    LanguageDutch
    LevelStatistical Literacy
    IRT-Difficulty1.623
    p-value0.8504

    Question

    Welke toevalsvariabele X is een discrete variabele?

    I        Een voetbalteam speelt 12 wedstrijden in een bepaald seizoen. Stel X is het aantal wedstrijden dat dit team won.
    II      Een vrouw koopt iedere week een lot waarbij de kans op winnen van 1 euro 1/10 is. Stel X is haar winst na een jaar.
    III     Een student wacht op een bus die elke tien minuten langskomt. Stel X is het aantal minuten dat hij bij de bushalte wacht.


    1. TRUE: I en II zijn discrete variabelen.
    2. FALSE: I en III zijn discrete variabelen.
    3. FALSE: II en III zijn discrete variabelen.
    4. FALSE: Ze zijn allemaal discrete variabelen.
    5. FALSE: Geen van alle zijn het discrete variabelen.

    1. I en II zijn discrete variabelen.: Correct
    2. I en III zijn discrete variabelen.: Incorrect
    3. II en III zijn discrete variabelen.: Incorrect
    4. Ze zijn allemaal discrete variabelen.: Incorrect
    5. Geen van alle zijn het discrete variabelen.: Incorrect