Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileProbability_uva-multiplication-rule-657-nl_uva-multiplication-rule-657-nl
    nameuva-multiplication-rule-657-nl
    sectionProbability/Elementary Probability/General Rules/Multiplication rule
    typenum
    solution0.5
    tolerance0
    TypeCalculation
    LanguageDutch
    LevelStatistical Literacy
    IRT-Difficulty2
    p-value0.5905

    Question

    Als een klant naar de supermarkt gaat om iets te kopen voorspellen we dat de kans dat een klant product A wil kopen gelijk is aan 0,5 en voor product B is de kans 0,6. Wij nemen aan dat product A en B elkaar niet beïnvloeden en de motivatie om de producten te kopen ook onafhankelijk is van elkaar. Wat is de kans dat iemand gewoon één product A of één product B wil kopen?


    Solution

    Het correcte antwoord is: 0.5