Tag | Value |
---|---|
file | Probability_uva-elementary-probability-953-nl_uva-elementary-probability-953-nl |
name | uva-elementary-probability-953-nl |
section | Probability/Elementary Probability |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, TRUE, FALSE |
Type | Conceptual |
Language | Dutch |
Level | Statistical Literacy |
IRT-Difficulty | 2 |
p-value | 0.5905 |
In een statistiek klas zitten 40 studenten. De docent kiest elke keer
aselect één student om één vraag te beantwoorden en daarna legt de
docent de gekozen naam niet terug. Er zijn in totaal drie vragen. Marja
definieert de gebeurtenissen:
* A = Zij wordt opgeroepen om de eerste vraag te beantwoorden,
* B = Zij wordt opgeroepen om één van drie vragen te beantwoorden.
Hoe groot is dan de kans dat zij de eerste vraag moet beantwoorden,
gegeven dat zij wordt gekozen om één van de drie te beantwoorden?