Exam 1

1. Metainformation

   Tag	Value
   file	Probability_uu-General-Rules-005-nl_uu-General-Rules-005-nl
   name	uu-General-Rules-005-en.Rmd
   section	Probability/Elementary Probability/General Rules
   type	string
   solution	2, 4 en 5
   Language	English
   Level	Statistical Literacy

   Question

   Vijf leerlingen voeren vijf verschillende experimenten uit. Elk van de vijf experimenten heeft vijf mogelijke uitkomsten, aangeduid door $A, B, C, D,$ en $E$. Er zijn geen enere uitkomsten mogelijk. Laat $P(A), P(B), P(C), P(D),$ en $P(E)$ de waarschijnlijkheid weergeven waarmee deze uitkomsten worden waargenomen. Op basis van hun gegevens schatten de leerlingen deze kansen als volgt:

   Student 1: $P(A)=0.15, P(B)=0.25, P(C)=0.13, P(D)=0.37, P(E)=0.10$

   Student 2: $P(A)=0.21, P(B)=0.26, P(C)=0.54, P(D)=0.02, P(E)=0.04$

   Student 3: $P(A)=0.23, P(B)=0.47, P(C)=0.19, P(D)=0.05, P(E)=0.06$

   Student 4: $P(A)=0.10, P(B)=0.30, P(C)=0.10, P(D)=0.60, P(E)=-0.10$

   Student 5: $P(A)=0.17, P(B)=0.23, P(C)=0.15, P(D)=0.45, P(E)=0.03$

   Welke van de leerlingen heeft zeker een rekenfout gemaakt? Leg uit waarom je denkt dat ze een fout hebben gemaakt. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.

   
   

   Solution

   Student 2: De som van de kansen is groter dan 1.

   Student 4: Een kans kan niet negatief zijn.

   Student 5: De som van de kansen is groter dan 1.