Tag | Value |
---|---|
file | Measurement-Level_uu-measurement-level-800-nl_uu-measurement-level-800-nl |
name | uu-measurement-level-800-nl |
section | Measurement Level |
type | schoice |
solution | TRUE, FALSE, FALSE, FALSE |
Type | |
Language | Dutch |
Level | Statistical Literacy |
In een vragenlijst beschrijven begeleiders verschillende gedachten die tieners met verschillende frequenties kunnen hebben. Voorbeelden zijn ‘ik wou dat ik eruit zag als dat model uit het tijdschrift’, ‘ik wou dat ik voor altijd kon verdwijnen’, of ‘ik wil nooit meer naar buiten in het openbaar’. De tieners wordt gevraagd aan te geven hoe vaak ze deze gedachten ervaren, variërend van 0 = nooit, tot 8 = een paar keer per week, 9 = een keer per dag, en 10 = meerdere keren per dag. Uiteindelijk berekenen de begeleiders een totaalscore door de antwoorden op alle stellingen te combineren. Welke schaal wordt beschreven?