Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_vufsw-ratio_of_variance-1330-nl_vufsw-ratio_of_variance-1330-nl
    namevufsw-ratio of variance-1330-nl
    sectionassumptions/homogeneity of variance/ratio of variance
    typeschoice
    solutionFALSE, FALSE, TRUE, FALSE
    Typeinterpreting output
    Programcalculator
    LanguageDutch
    Levelstatistical thinking

    Question

    Field beweert dat er een toename is in het aantal spierblessures als gevolg van het spelen van het computerspel Wii van Nintendo. Een onderzoekster verwacht dat mensen die sporten hier minder last van hebben, omdat ze al gewend zijn aan lichaamsbeweging. Voor de niet-sporters verwacht ze dat een warming-up voorafgaand aan een Wii sessie zal helpen om deze blessures te voorkomen.

    Om dit te onderzoeken selecteert ze 120 sporters en 120 niet-sporters (‘athlete’ - yes(1)/no(0)). Binnen elk van beide groepen werden de deelnemers vervolgens random aan twee groepen toegewezen: de helft moest een stretching (warming-up) doen van 5 minuten, en de andere helft niet (variabele ‘stretch’ - yes(1)/no(0)). Bij alle deelnemers werden na afloop van de 4 uur durende Wii sessie de pijnklachten gemeten op een schaal van 1-10 (‘injury’; 0 = geen pijn, 10 = sterke pijn).

    Hieronder staan de resultaten van de analyse.

     

     

    De ‘variance ratio’ is een manier om de assumptie van de homogeniteit van varianties te onderzoeken. In dit onderzoek geldt 3 als grenswaarde voor hoeveel keer groter de grootste ‘within-group’ variantie mag zijn ten opzichte van de kleinste ‘within-group’ variantie.

    Variance ratio = largest ‘within-group variance’/ smallest ‘within-group variance’

    Is volgens de ‘variance ratio’ aan de assumptie van homogeniteit van varianties voldaan?


    1. FALSE: De variance ratio is kleiner dan 3, daarom kunnen we niet uitgaan van een gelijke ‘within-group’ variantie tussen de groepen
    2. FALSE: De variance ratio is kleiner dan 3, daarom kunnen we uitgaan van een gelijke ‘within-group’ variantie tussen de groepen
    3. TRUE: De variance ratio is groter dan 3, daarom kunnen we niet uitgaan van een gelijke ‘within-group’ variantie tussen de groepen
    4. FALSE: De variance ratio is groter dan 3, daarom kunnen we uitgaan van een gelijke ‘within-group’ variantie tussen de groepen

    1. False
    2. False
    3. True
    4. False