| Tag | Value |
|---|---|
| file | Inferential_Statistics_vufsw-confidenceintervals-0142-nl_vufsw-confidenceintervals-0142-nl |
| name | vufsw-confidenceintervals-0142-nl |
| section | inferential statistics/confidence intervals |
| type | schoice |
| solution | FALSE, TRUE, FALSE, FALSE, FALSE, FALSE |
| Type | conceptual |
| Program | NA |
| Language | Dutch |
| Level | statistical literacy |
Stel, een onderzoeker heeft bij 102 werknemers van een groot bedrijf een vragenlijst afgenomen die in kaart bracht hoe zij hun leidinggevende beoordelen. De scores liggen tussen 0 (zeer negatief) en 5 (zeer positief). Er wordt getoetst of mensen met een vast contract [groep 2; n=51] hun leidinggevende positiever beoordelen dan mensen met een tijdelijk contract [groep 1; n=51]. Hij berekent het 95% betrouwbaarheidsinterval van het verschil in gemiddeldes, µ1 - µ2. Dit interval blijkt [–0,03; 0,08] te zijn.
Verschillen de gemiddelde beoordelingen van de twee groepen significant van elkaar? We toetsen hierbij tweezijdig en hanteren een significantieniveau van 5%. En waaruit valt deze conclusie af te leiden?