Tag | Value |
---|---|
file | Inferential_Statistics_uva-bayesian-statistics-980-nl_uva-bayesian-statistics-980-nl |
name | uva-bayesian-statistics-980-nl |
section | Inferential Statistics/Bayesian Statistics |
type | schoice |
solution | TRUE, FALSE, FALSE, FALSE |
Type | Conceptual |
Language | Dutch |
Level | Statistical Literacy |
IRT-Difficulty | 2 |
p-value | 0.5905 |
In de bevolking lijdt 2 op de 100 mensen aan de ziekte F. Onderzoekers
ontwerpen een test waarmee men de ziekte kan ontdekken. Maar deze test
is niet 100% waterdicht. De kans op een negatief resultaat bij
afwezigheid van de ziekte is 0,8 en een positief resultaat bij
aanwezigheid is 0,6. Stel de gebeurtenissen:
* A: iemand die ziekte F heeft,
* B: de test met een positief resultaat.
Wat is dan de kans dat de onderzochte persoon de ziekte F heeft,
gegeven dat er een positieve uitslag is?