Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_uva-bayesian-statistics-972-nl_uva-bayesian-statistics-972-nl
    nameuva-bayesian-statistics-972-nl
    sectionInferential Statistics/Bayesian Statistics
    typeschoice
    solutionFALSE, FALSE, TRUE, FALSE
    TypeConceptual
    LanguageDutch
    LevelStatistical Literacy
    IRT-Difficulty2.231
    p-value0.4992

    Question

    Stel dat bekend is dat een proportie van 0,002 van de Nederlandse vrouwen ziekte D heeft. Er is een test om deze ziekte op te sporen. Die test is niet altijd betrouwbaar: in 0,04 van de gevallen waarin de betrokkene de ziekte heeft geeft de test de uitslag 'geen ziekte = negatief resultaat'. 0,96 van hen wordt ontdekt met een positieve uitslag. Verder geldt dat: 0,96 van de mensen die de ziekte niet hebben krijgen een negatieve uitslag. Marja krijgt te horen dat zij een positieve testuitslag heeft.

    Stel de gebeurtenissen:

    Hoe groot is dan de kans P(G en P) dat Marja een positieve testuitslag krijgt en ook zij geen ziekte heeft?


    1. FALSE: 0,0019
    2. FALSE: 0,0008
    3. TRUE: 0,0399
    4. FALSE: 0,9581

    1. 0,0019: Incorrect
    2. 0,0008: Incorrect
    3. 0,0399: Correct
    4. 0,9581: Incorrect