| Tag | Value |
|---|---|
| file | Inferential_Statistics_uva-bayesian-statistics-967-nl_uva-bayesian-statistics-967-nl |
| name | uva-bayesian-statistics-967-nl |
| section | Inferential Statistics/Bayesian Statistics |
| type | schoice |
| solution | FALSE, TRUE, FALSE, FALSE |
| Type | Conceptual |
| Language | Dutch |
| Level | Statistical Literacy |
| IRT-Difficulty | 2.522 |
| p-value | 0.4667 |
Vorige week ging Marja naar haar huisarts voor een medisch onderzoek. Vanmorgen vertelde haar huisarts dat het resultaat positief is ten aanzien van de ziekte D. In 95% van de gevallen is deze test accuraat. Met andere woorden als iemand ziekte D heeft wordt dit in 95% van de gevallen ontdekt met een positieve uitslag. En als iemand de ziekte niet heeft levert dit ook in 95% van de gevallen een negatieve uitslag op. Eén op de 1000 vrouwen met dezelfde leeftijd als Marja heeft deze ziekte. Wat is dan de kans dat Marja de ziekte D heeft, gegeven dat de testuitslag positief is?