Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_uu-Twoway-ANOVA-867-nl_uu-Twoway-ANOVA-867-nl
    nameuu-Twoway-ANOVA-867-nl.Rmd
    sectionInferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Twoway ANOVA
    typeschoice
    solutionFALSE, FALSE, FALSE, TRUE
    TypeCase
    LanguageDutch
    LevelStatistical Literacy

    Question

    In 2006 is er een onderzoek uitgevoerd naar gevoelens van spijt ten aanzien van relaties en verschillen in die gevoelens tussen mannen en vrouwen. De proefgroep bestond uit 40 vrouwen en 29 mannen, gemiddelde leeftijd 19 jaar (sd = 1.18). Elke deelnemer heeft een vragenlijst ingevuld volgens de volgende instructies:

    Als je terugkijkt op je relatie is er dan iets waar je echt veel spijt van hebt? Iets dat je anders had willen doen. Iets waar je wel of juist geen actie had willen ondernemen.

    Teun en Gijs moeten voor hun statistiekcursus een onderzoekje doen. Na het lezen van een artikel over het onderzoek naar spijtgevoelens hebben ze zelf een soortgelijk onderzoek gedaan. Samen hebben ze een lijstje opgesteld met potentieel genante of ongemakkelijke situaties die in relaties voorkomen (de vraag “Ben ik te dik?” met “Ja” beantwoorden, samen naar de sauna, enz.). Veertig medestudenten worden gevraagd om mee te werken aan dit onderzoek: 20 vrouwelijke studenten en 20 mannelijke studenten. Ze worden gevraagd aan te geven hoeveel spijt ze hebben van de beschreven situaties (waar 0 ‘geen spijt’ en 10 ‘heel erg veel spijt’ betekent). De helft van de vrouwen en de helft van de mannen wordt gevraagd de vragen te beantwoorden over een romantische relatie (een vaste vriend of vriendin), de andere helft wordt gevraagd dit te doen over een vriendschappelijke relatie (een goede vriend of vriendin).

    In het oorspronkelijke onderzoek van 2006 was het hoofdeffect voor sekse significant (p =.01). Welke conclusies kunnen Gijs en Teun uit het oorspronkelijke onderzoek trekken?


    1. FALSE: Zij kennen nu de kans dat H0 eventueel waar is (p = .01).
    2. FALSE: Zij weten dat H1 bewezen is; er is een sekseverschil voor de dingen waarover iemand spijt voelt binnen relaties.
    3. FALSE: Zij weten nu dat bij herhaling van het experiment in 99% van de gevallen weer een significant resultaat gevonden zal worden.
    4. TRUE: Geen van bovenstaande beweringen is juist.

    1. Dit antwoord is incorrect.
    2. Dit antwoord is incorrect.
    3. Dit antwoord is incorrect.
    4. Dit antwoord is correct.