Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_uu-Twoway-ANOVA-849-nl_uu-Twoway-ANOVA-849-nl
    nameuu-Twoway-ANOVA-849-nl.Rmd
    sectionInferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Twoway ANOVA
    typeschoice
    solutionFALSE, FALSE, FALSE, TRUE
    TypeInterpretating graph
    ProgramSPSS
    LanguageDutch
    LevelStatistical Reasoning

    Question

    Voorafgaande aan recente studentendemonstraties is een onderzoek uitgevoerd bij een aselecte steekproef van studenten over hun demonstratiebereidheid. Een onderzoeker voert een variantieanalyse uit voor DEMONSTRATIEBEREIDHEID (0 = geen bereidheid tot en met 100 = zeer grote bereidheid) met de factoren SEKSE en OPLEIDING. De onderscheiden groepen zijn alle ongeveer even groot.

    Beoordeel met het getoonde gemiddeldendiagram de volgende twee uitspraken.

    I. Er is een hoofdeffect van OPLEIDING op DEMONSTRATIEBEREIDHEID. II. Er is geen interactie-effect van SEKSExOPLEIDING op DEMONSTRATIEBEREIDHEID.


    1. FALSE: I is juist, II is juist.
    2. FALSE: I is niet juist, II is juist.
    3. FALSE: I is niet juist, II is niet juist.
    4. TRUE: I is juist, II is niet juist.

    Solution

    Stelling I is niet juist We mogen er vanuit gaan dat alle groepen ongeveer even groot zijn. Dan vinden we mpedagogiek = 30, monderwijskunde = 25 en mpsychologie = 35 (zie sterretjes in het gemiddeldendiagram). De gemiddelde DEMONSTRATIEBEREIDHEID verschilt tussen de opleidingen. Er is dus wel een hoofdeffect van OPLEIDING op DEMONSTRATIEBEREIDHEID.

    Stelling II is niet juist In het gemiddeldendiagram is te zien dat de lijnen niet parallel lopen. Het effect van OPLEIDING op DEMONSTRATIEBEREIDHEID anders is voor mannen dan voor vrouwen. Er is dus wel sprake van een interactie-effect van SEKSEƗOPLEIDING op DEMONSTRATIEBEREIDHEID.