Tag | Value |
---|---|
file | Inferential_Statistics_uu-Standardized-coefficient-810-nl_uu-Standardized-coefficient-810-nl |
name | uu-Standardized-coefficient-810-nl.Rmd |
section | Inferential Statistics/Regression/Standardized coefficient |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, FALSE, TRUE |
Type | Interpretating output |
Program | SPSS |
Language | Dutch |
Level | Statistical Literacy |
De invloed van motivatie (M) en intelligentie (IQ) op studiesucces (S) kan via multipele regressie worden geanalyseerd. Een regressieanalyse met SPSS geeft onderstaande uitvoer.
Welke van de twee predictoren, M (Motivatie) of I (Intelligentie), is in het regressiemodel de belangrijkste voorspeller voor S (Studiesucces) en waarom?
Om te bepalen welke variabele de belangrijkste voorspeller is, kan naar 3 aspecten gekeken worden: - p-waarde: een meer significante predictor is belangrijker dan een minder significante predictor. Een kleinere p-waarde betekent meer significantie (let op: in dit geval is de p-waarde niet nauwkeurig genoeg weergegeven om een uitspraak te doen op basis van de p-waarde. De p-waardes zijn afgerond op 3 decimalen namelijk even groot). - t-waarde: een hogere t-waarde betekent dat de predictor belangrijker is. (om die reden is antwoordoptie A niet correct, dit is juist verkeerd om). - Beta: hier worden de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten gegeven. Een hogere beta betekent een meer belangrijke voorspeller. Dit leidt tot het correcte antwoord: D. Zowel de ongestandaardiseerde regressiecoëfficiënt (B) als de standaardfout (Std. Error) kunnen niet gebruikt worden om de meest belangrijke voorspeller te lokaliseren zonder aanvullende informatie over de schalen.