| Tag | Value |
|---|---|
| file | Inferential_Statistics_uu-Power-841-nl_uu-Power-841-nl |
| name | uu-Power-841-nl.Rmd |
| section | Inferential Statistics/NHST/Power |
| type | schoice |
| solution | FALSE, FALSE, FALSE, TRUE |
| Type | Interpretating output |
| Language | Dutch |
| Level | Statistical Literacy |
Een onderzoeker bekijkt de relatie tussen motivatie op het werk en ziekteverlof. Hij vindt een correlatie van r = .28 met df = 28. Hij presenteert de resultaten als volgt: ‘Er was geen significante correlatie tussen motivatie op het werk en ziekteverlof.’ Een tweede onderzoeker vindt een correlatie van r = .26 met df = 80. Zij presenteert het volgende: ‘Er was een kleine, maar significante correlatie tussen motivatie op het werk en ziekteverlof.’
Beiden hebben getoetst op 5%.
Hoe is dit mogelijk?