Tag | Value |
---|---|
file | Inferential_Statistics_uu-Post-hoc_test-809-nl_uu-Post-hoc_test-809-nl |
name | uu-Post-hoc test-809-nl |
section | Inferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Post-hoc test |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, TRUE, FALSE |
Type | Case |
Program | |
Language | Dutch |
Level | Statistical Reasoning |
Een onderzoeker is bezig met een grootschalig onderzoek, waarbij hij de gemiddelde testscores van 8 verschillende groepen wilt vergelijken. De resultaten zijn gerapporteerd als volgt:
De verschillen tussen de groepsgemiddelden waren significant, F(7, 334) = 4.67, p < .001, = .116.
Nu blijkt uit een post-hoc toets dat verschillende groepen onderling geen significante verschillen vertonen, dus de onderzoeker besluit enkele groepen samen te voegen en nog maar 4 groepen te vergelijken (wel met dezelfde steekproefgrootte).
Wat zijn de vrijheidsgraden die gerapporteerd moeten worden bij deze nieuwe vergelijking?
Eerst had de onderzoeker 8 groepen. = k - 1 = 8 - 1 = 7. = N - k = N - 8 = 334$. Dus N = 342.
Bij het vergelijken van 4 groepen krijgen we dan: = k - 1 = 4 - 1 = 3. = N - k = 342 - 4 = 338.