Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_uu-Post-hoc_test-803-nl_uu-Post-hoc_test-803-nl
    nameuu-Post-hoc test-803-nl
    sectionInferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Post-hoc test
    typeschoice
    solutionFALSE, TRUE, FALSE, FALSE
    TypeInterpretating output
    ProgramSPSS
    LanguageDutch
    LevelStatistical Reasoning

    Question

    De Cognitive Failure Questionnaire meet aan de hand van 25 vragen de subjectieve evaluatie van eigen cognitieve vermogens: het gaat er hierbij om in hoeverre mensen de afgelopen tijd last hebben ondervonden van dagelijkse vergissingen. De gemiddelde scores (gemiddelde genomen over de 25 vragen) worden berekend voor drie groepen ouderen: ouderen die zelfstandig thuis wonen zonder partner, ouderen die zelfstandig thuis wonen met partner en ouderen die in een aanleunwoning wonen. Om te kijken of er verschillen zijn tussen deze drie groepen ouderen, is SPSS gebruikt.

    De p-waarde van de toets was kleiner dan 5%. Er wordt gekozen voor een post-hoc toets van Tukey. Een deel van de SPSS output staat hieronder.

    Welke groepen verschillen significant van elkaar?


    1. FALSE: Groepen 1 & 2
    2. TRUE: Groepen 1 & 3
    3. FALSE: Groepen 1 & 3 en groepen 2 & 3
    4. FALSE: Groepen 1 & 2 en groepen 2 & 3