Tag | Value |
---|---|
file | Inferential_Statistics_uu-Oneway_ANOVA-875-nl_uu-Oneway_ANOVA-875-nl |
name | uu-Oneway ANOVA-875-nl |
section | Inferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Oneway ANOVA |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, FALSE, TRUE |
Type | Conceptual |
Program | |
Language | Dutch |
Level | Statistical Reasoning |
Een docent doet onderzoek naar het effect van drie verschillende leermethoden. Elke groep leerlingen krijgt gedurende een week les volgens één van de drie methoden. De onderwijskundige wil de volgende hypothesen toetsen die betrekking hebben op de variabele ‘leerresultaat’: I. > > II. = = Welke van deze hypothesen kan met variantie-analyse (ANOVA) worden getoetst?
Alleen de hypothese = = is te toetsen met variantie-analyse – geen andere hypothesen m.b.t. gemiddelden met de tekens > of < of m.b.t. varianties danwel standaardafwijkingen.