Tag | Value |
---|---|
file | Inferential_Statistics_uu-Oneway_ANOVA-854-nl_uu-Oneway_ANOVA-854-nl |
name | uu-Oneway ANOVA-854-nl |
section | Inferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Oneway ANOVA |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, FALSE, TRUE |
Type | Conceptual |
Program | |
Language | Dutch |
Level | Statistical Reasoning |
Vier onderwijskundestudenten doen voor de bachelorthesis een onderzoek naar de effecten van concept mapping op leerprestaties van psychologiestudenten (N = 86). In het onderzoek worden drie condities onderscheiden:
Vier weken nadat de psychologiestudenten het hoofdstuk hebben gelezen, maken ze een kennistoets over de leerstof uit het hoofdstuk (tien vragen waarbij elk goed antwoord 1 punt oplevert). De verwachting is dat de studenten in de puur en ondersteuning conditie gemiddeld hoger scoren op de kennistoets dan in de studenten in de controle conditie.
De onderwijskundestudenten analyseren de gegevens met een eenweg ANOVA. Ze noteren hiervan de volgende gegevens in hun verslag:
F(2, 83) = 17.90, p < .001, = 0.13.
Welke van de onderstaande uitspraken is juist op basis van het gerapporteerde toetsresultaat ( = 5%)?
In this research 3 different conditions are compared with each other. By finding a significant difference between these groups (p < .001), we don’t know yet which of the 3 groups differ from each other. This requires a post-hoc analysis.