Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_uu-Oneway-ANOVA-851-nl_uu-Oneway-ANOVA-851-nl
    nameuu-Oneway-ANOVA-851-nl.Rmd
    sectionInferential Statistics/Parametric Techniques/ANOVA/Oneway ANOVA
    typeschoice
    solutionFALSE, FALSE, FALSE, TRUE
    TypeCase
    Program
    LanguageDutch
    LevelStatistical Reasoning

    Question

    Vier onderwijskundestudenten doen voor de bachelorthesis een onderzoek naar de effecten van concept mapping op leerprestaties van psychologiestudenten (N = 86). In het onderzoek worden drie condities onderscheiden:

    1. Puur: Studenten die instructie krijgen bij het maken van de concept map.
    2. Ondersteuning: Studenten die instructie krijgen bij het maken van de concept map, waarbij een deel van de concept map al gegeven is.
    3. Controle: Studenten die geen instructie krijgen bij het maken van de concept map.

    Vier weken nadat de psychologiestudenten het hoofdstuk hebben gelezen, maken ze een kennistoets (tien vragen waarbij elk goed antwoord 1 punt oplevert). De verwachting is dat de studenten in de experimentele condities 1 en 2 gemiddeld hoger scoren op de kennistoets dan de studenten in de controle conditie.

    De onderwijskundestudenten analyseren de gegevens met een ANOVA. Ze noteren hiervan de volgende gegevens in hun verslag: F(2,83)=17.90F(2, 83) = 17.90, p<.001p < .001, η2=0.13\eta^2 = 0.13.

    Welke van de onderstaande uitspraken is juist op basis van het gerapporteerde toetsresultaat?


    1. FALSE: De gemiddelden van de experimentele condities 1 en 2 zijn significant hoger dan het gemiddelde in de controle conditie.
    2. FALSE: Het effect van conditie is significant, maar niet relevant (minder dan 5% verklaarde variantie).
    3. FALSE: De gerapporteerde gegevens kunnen niet van dit onderzoek afkomstig zijn.
    4. TRUE: Er is een post-hoc analyse is nodig om vast te stellen of in de experimentele condities 1 en 2 de gemiddelden significant hoger zijn dan in de controle conditie.

    Solution

    In dit onderzoek worden 3 verschillende condities met elkaar vergeleken. Met het vinden van een significant verschil tussen deze groepen (p < .001), weten we nog niet welke van de 3 groepen van elkaar verschillen. Hiervoor is een post-hoc analyse nodig.