Exam 1

  1. Metainformation

    Tag Value
    fileInferential_Statistics_uu-Dummies-805-nl_uu-Dummies-805-nl
    nameuu-Dummies-805-nl
    sectionInferential Statistics/Regression/Dummies
    typeschoice
    solutionFALSE, FALSE, TRUE, FALSE
    TypeInterpretating output
    LanguageDutch
    LevelStatistical Literacy

    Question

    De onderzoeksvraag is of rekenvaardigheid (uitgedrukt in een rapportcijfer tussen de 0 en de 10) verschilt tussen 6-jarigen uit Nederland, België en Luxemburg.

    Nationaliteit wordt als volgt gerepresenteerd door twee dummy variabelen D1D_{1} en D2D_{2}:

    De analyse van de data (het ging om 100 kinderen per land), geeft de volgende resultaten:

    Beoordeel de volgende uitspraken van de onderzoeker:

    I. De Luxemburgse kinderen rekenen significant (α\alpha = 5%) beter dan Nederlandse kinderen. II. Het voorspelde rekencijfer voor een Belgisch kind is 9.


    1. FALSE: I is juist, II is juist.
    2. FALSE: I is juist, II is niet juist.
    3. TRUE: I is niet juist, II is juist.
    4. FALSE: I is niet juist, II is niet juist.

    Solution

    Stelling 1: De dummyvariabele D2 laat zien hoe de Luxemburgse kinderen scoren ten opzichte van de Nederlandse kinderen. Deze scoren 1.0 lager (want B = -1.0), maar dit verschil is niet significant (p = .21). De stelling is niet waar. Stelling 2: De regressievergelijking is: Ŷ\hat{Y}=6.0+D1D_{1}∙3.0+ D2D_{2} ∙-1.0 Voor een Belgisch kind vullen we bij D1D_{1} 1 in, en bij D2D_{2} een 0. Invullen geeft dan: Ŷ\hat{Y}=6.0+1∙3.0+0∙-1=6.0+3.0+0=9.0, De stelling is dus correct.