Metainformation
| Tag | Value |
|---|---|
| file | Inferential_Statistics_eur-inferential_statistics-105-nl_eur-inferential_statistics-105-nl |
| name | eur-inferential_statistics-105-nl |
| section | Inferential Statistics/Regression/Equation, Inferential Statistics/Regression/Intercept, Inferential Statistics/Regression/Slope, Inferential Statistics/Regression/Simple linear regression |
| type | string |
| solution | "" |
| Type | Interpreting output |
| Program | |
| Language | Dutch |
| Level | Statistical Literacy |
Question
Een onderzoeker onderzoekt de criteriumvaliditeit van een woordenschattoets die in groep 1 wordt afgenomen om begrijpend lezen in groep 4 te voorspellen. Uit eerder onderzoek weet ze dat er een zekere testbias kan zijn met betrekking tot de moedertaal van de ouders. Kinderen van wie de ouders geen Nederlands als moedertaal hebben, zullen naar verwachting een andere relatie vertonen tussen woordenschat en begrijpend lezen dan kinderen van wie de ouders Nederlands als moedertaal hebben. De resultaten van de regressieanalyses (n=74, 12% anderstalige ouders) staan hieronder. Merk op dat de dummyvariabele “Native Dutch Parents” 1 is als de ouders Nederlands als moedertaal hebben en 0 anders.
Wat concludeer je op basis van de output over de hellingsvertekening en de criteriumvaliditeit van de woordenschattoets?
Solution
Niet-moedertaalsprekers hebben een lagere begripsscore dan moedertaalsprekers wanneer de woordenschat 0 is, hoewel dit verschil niet significant is (p=.098). De relatie tussen woordenschat en begrijpend lezen is verschillend voor anderstaligen en moedertaalsprekers (p=.003). Er is dus inderdaad sprake van een slope bias.