Metainformation
file | Distributions_uva-binomial-757-nl_uva-binomial-757-nl |
name | uva-binomial-757-nl |
section | Distributions/Discrete/Binomial |
type | schoice |
solution | FALSE, FALSE, TRUE, FALSE |
Type | Conceptual |
Language | Dutch |
Level | Statistical Literacy |
IRT-Difficulty | 2 |
p-value | 0.5905 |
Question
De genetica leert dat kinderen genen erven van hun ouders. Als beide
ouders de genen O en A voor bloedgroep dragen, heeft elke kind een kans
van 0,25 om twee O-genen te erven en zo bloedgroep O te krijgen. Het
aantal kinderen met bloedgroep O onder vijf nakomelingen van deze ouders
is het aantal successen X in vijf onafhankelijke pogingen. Stel dat
toevalsvariabele X het aantal kinderen is met de bloedgroep O, dus X
heeft de waarden als 0, 1, ... , 5 en de Binomiaal (5, 0,25)-verdeling.
Hieronder zie je een tabel waarover de verdeling. Hoe groot is dan de
kans als X ≥ 3?
Waarde van X |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
kans |
0,2373 |
0,3955 |
0,2637 |
0,0879 |
0,0146 |
0,0010 |
-
FALSE: 0,0879
-
FALSE: 0,1025
-
TRUE: 0,1035
-
FALSE: 0,9844
-
0,0879: Incorrect
-
0,1025: Incorrect
-
0,1035: Correct
-
0,9844: Incorrect