| Tag | Value |
|---|---|
| file | Distributions_uva-binomial-754-nl_uva-binomial-754-nl |
| name | uva-binomial-754-nl |
| section | Distributions/Discrete/Binomial |
| type | schoice |
| solution | FALSE, FALSE, FALSE, FALSE, FALSE, TRUE |
| Type | Conceptual |
| Language | Dutch |
| Level | Statistical Literacy |
| IRT-Difficulty | 2 |
| p-value | 0.5905 |
De genetica leert dat kinderen genen erven van hun ouders. Als beide ouders de genen O en A voor bloedgroep dragen, heeft elke kind een kans van 0,25 om twee O-genen te erven en zo bloedgroep O te krijgen. Het aantal kinderen met bloedgroep O onder vijf nakomelingen van deze ouders is het aantal successen X in vijf onafhankelijke pogingen. Stel dat de toevalsvariabele X het aantal kinderen is met de bloedgroep O, dus X heeft de waarden als 0, 1, ... , 5 en de Binomiaal (5, 0,25)-verdeling. Hoe groot is dan de kans dat X = 1?